Houd overzicht
De leidinggevende (of een lid van het Bedrijfsopvangteam) zorgt voor de eerste opvang na een agressie-incident. Binnen 72 uur na het incident voert die een ‘opvanggesprek’ met het slachtoffer, op een geschikte en rustige locatie. Dit geeft overzicht en zorgt voor duidelijkheid over wat het slachtoffer nodig heeft.
Doelen van het opvanggesprek
Het opvanggesprek heeft verschillende doelen. Als eerste geeft een gesprek het slachtoffer de mogelijkheid om het hart te luchten. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat diegene zich weer veilig(er) voelt. Het derde doel is om het slachtoffer te vertellen hoe de organisatie het incident afhandelt. En tot slot is het gesprek er om praktische hulp te bieden aan het slachtoffer. Denk bijvoorbeeld aan:
- Het registreren van het incident.
- Hulp bij het melden of aangifte doen bij de politie.
- Het verhalen van eventuele schade op de dader.
- Het voorkomen van ongevraagde aandacht, bijvoorbeeld van nieuwsgierige collega’s.
Het advies is om na het opvanggesprek nog tenminste 2 vervolggesprekken te plannen. Het eerste na 2 weken; het tweede 6 tot 8 weken na het opvanggesprek. Zo kun je goed volgen hoe het met het slachtoffer gaat.
Nazorg voor getuigen
Ook medewerkers die getuige zijn geweest van een agressie-incident kunnen nazorg nodig hebben. Zij kunnen zich bijvoorbeeld angstig of onveilig voelen. Bespreek incidenten daarom in het teamoverleg. Op deze manier vinden medewerkers steun bij elkaar.
Kijk daarnaast of er nazorg nodig is voor bezoekers die het incident zagen gebeuren. Probeer te achterhalen wie erbij waren en hoe het met deze mensen gaat. Je kunt bijvoorbeeld aanbieden om Slachtofferhulp Nederland in te schakelen.